Behandeling van scheelzien
De behandeling van scheelzien en/of van een lui oog kan langdurig zijn. In de meeste gevallen komt het kind na onderzoek door de oogarts onder behandeling van de orthoptist die de oogarts ook adviseert bij de beslissing tot een oogspieroperatie. In het algemeen wordt ernaar gestreefd eerst het luie oog te behandelen voordat de eventuele oogspiercorrectie wordt uitgevoerd. Behandeling van het luie oog omvat de volgende methoden:
- Afplakken of afdekken van het goede oog, om het zien van het luie oog te verbeteren.
- Zo nodig voorschrijven van een bril om het beeld dat het luie oog ontvangt maximaal scherp te krijgen.
- Voorschrijven van een bril bij een hoge verziendheid (positieve brilsterkte), omdat het kind daardoor een verbetering van de oogstand kan krijgen.
- In enkele gevallen is het nodig oogdruppels voor te schrijven. Bij al deze behandelingen zijn regelmatige controles nodig om de resultaten te kunnen vaststellen. Bij deze controles kan de oogarts het resultaat van de behandeling met de ouders bespreken.
De oogspieroperatie
Bij een deel van de schele kinderen zal vroeg of laat worden besloten tot "rechtzetten". Er wordt dan een oogspieroperatie verricht, waarbij de oogspieren die aan de buitenkant van de oogbol vastzitten, verzwakt worden of versterkt door ze te verplaatsen of in te korten. Dit kan aan een of aan beide ogen gebeuren. Aan jonge kinderen wordt altijd narcose gegeven. Van het ziekenhuis hangt af of het kind voor de operatie moet worden opgenomen of dat de ingreep in dagbehandeling plaatsvindt.
Na de operatie zullen de ogen rood en wat gezwollen en pijnlijk zijn. Er kunnen oogdruppels worden voorgeschreven. De eerst dagen na de operatie kan het kind beter niet in de zandbak spelen. Ook wordt zwemmen vlak na de operatie ontraden wegens infectiegevaar. In de meeste gevallen heeft de operatie voldoende cosmetisch resultaat. Soms is een tweede operatie noodzakelijk, bijvoorbeeld bij een duidelijke onder- of overcorrectie. Bij oogspieroperaties op oudere leeftijd is het erg belangrijk tevoren goed te onderzoeken in hoeverre er kans bestaat op dubbelzien na een operatie. Soms zijn de hersenen zo goed aangepast aan de bestaande schele oogstand dat het onmogelijk is een cosmetisch storend scheelzien te corrigeren zonder dubbelzien te veroorzaken. In dat geval moet van een operatie worden afgezien.
Tot slot
In deze folder is in het kort weergegeven wat er aan de hand is wanneer er sprake is van scheelzien. Ook wordt aangegeven wat er aan gedaan kan worden. Niet alle informatie in deze folder is noodzakelijk op jou van toepassing. Heb je na het lezen van deze folder nog vragen, stel deze dan aan je eigen oogarts of orthoptist. Deze folder is tot stand gekomen onder redactie van de commissie Patiëntenvoorlichting van het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) 2008